Een doorvoerschakelaar aansluiten vanaf twee of drie plaatsen: analyse van schakelschema's + installatie-instructies

Het schakelen van lichtbronnen volgens het principe ‘benaderen, aanzetten, passeren, uitzetten’ is één van de mogelijkheden voor het efficiënt gebruik van elektrische energie. De functionaliteit van een dergelijk besturingssysteem wordt geleverd door dezelfde traditionele apparaten: schakelaars, maar structureel enigszins gemoderniseerd.

Door de modernisering van de schakelaars kunt u vanaf twee of drie plaatsen een doorvoerschakelaar aansluiten om vanaf elk afzonderlijk punt de lichtbron te bedienen. Mee eens, deze oplossing is vooral handig voor lange kamers, bijvoorbeeld een gang.

We raden u aan de principes te begrijpen van het aansluiten van een doorvoerschakelaar op twee en drie bedieningspunten. Het artikel biedt werkdiagrammen voor het organiseren van lichtgroepen en beschrijft ook de kenmerken van de implementatie van schakelprojecten.

Doorschakelschakeling van lichtbronnen

De logica van het besparen van energie die wordt uitgegeven aan verlichtingsapparaten of andere wordt verklaard door eenvoudige gebruikersacties.

Als er een verlichtingsapparaat nodig is, wordt er elektriciteit aan geleverd door eenvoudigweg het schakelcontact te sluiten. Anders wordt de tegenovergestelde actie uitgevoerd.

Lichtbronschakelaar - geïnterpreteerd in elektrisch jargon - een doorvoerschakelaar. Biedt een fundamenteel nieuwe aanpak op het gebied van de werking van elektrische secties van netwerken bedoeld voor de installatie van verlichtingsapparatuur (+)

Laten we er echter van uitgaan dat het pand (woon- of andere doeleinden) begaanbaar is.Vervolgens zal de gebruiker de lichten bij de ingang aandoen, maar wanneer hij de kamer via een andere deur verlaat, kan hij het circuit niet meer spanningsloos maken. Er is sprake van irrationeel gebruik van elektriciteit.

Maar de situatie is gemakkelijk te verbeteren. En de verbindingsoptie helpt u hierbij doorlaatschakelaar vanaf twee plaatsen in de kamer voor een doorgeefmodusschema.

Lange gangen van gebouwen voor verschillende doeleinden zijn potentiële objecten voor de installatie van regelsystemen voor lichtbronnen van verschillende plaatsen. Het is tijdens de exploitatie van dergelijke gebouwen dat de dringende kwestie van energiebesparing aan de orde komt.

Er is bijvoorbeeld een kamer met een functioneel doel: een gang. Het is vereist om de algemene groep lampen voor deze kamer vanaf twee punten te bedienen: bij de eerste (doorgangs)deur en bij de tweede (doorgangs)deur.

Licht schakelen vanaf twee plaatsen

De verlichting van de projectgang bestaat uit twee lichtgroepen, dus in dit geval is het logisch om twee tweesleutelschakelaars te gebruiken voor de bediening.

Daarom heeft u naast hen het volgende nodig:

• twee stopcontactdozen;
• een aansluitdoos;
• drie-aderige kabel.

De meterstand van elektrische geleiders moet worden berekend na het opstellen van het schema en de lay-out van de bedrading. Het wordt aanbevolen om een ​​kabel met een kleine marge aan te schaffen.

Het stuurcircuit voor twee lichtgroepen via doorgeefschakelaars met twee toetsen ziet er ongeveer zo uit:

Stuurcircuit voor twee afzonderlijke lichtgroepen via apparaten met twee sleutels: N, L – klassiek elektrisch netwerk; RK – verdeelkast voor kabelgeleiding; L1, L2 – aparte lichtgroepen; P – trui; PV1, PV2 – doorgeefschakelaars met twee toetsen (+)

De fasegeleider wordt geleverd aan het apparaat met twee sleutels PV1.Deze schakelaar, geconfigureerd met twee toetsen, heeft twee gemeenschappelijke contactklemmen en vier wisselcontactklemmen.

Op het eerste apparaat zijn de gemeenschappelijke aansluitingen met elkaar verbonden en is de fasegeleider daarop aangesloten. Klem 1 van het wisselcontact PV1 is via draad verbonden met klem 1 van het wisselcontact PV2. Dienovereenkomstig zal contact 2 van PV1 worden aangesloten op klem 2 van PV2, klem 3 van PV1 op klem 3 van PV2, en klem 4 van PV1 op klem 4 van PV2.

Er zijn nog twee terminals over op de tweede doorvoerschakelaar. Beide zijn gemeenschappelijk en zijn aangesloten volgens het principe: elk op één lichtgroep (L1 en L2) van het verlichtingssysteem. Al vanuit de lichtgroepen sluiten de uitgaande geleiders het circuit naar de nulbus van het elektrische netwerk.

Dit is echter slechts een van de mogelijke circuitoplossingen. Als er dus één lichtgroep wordt gebruikt, kunt u de schakeling organiseren met behulp van enkelvoudige schakelaars.

Bedrading met doorgeefschakelaars met één sleutel ziet er zuiniger uit in termen van materiaalverbruik. Hier is minder draad nodig, omdat het aantal verbindingslijnen met bijna de helft wordt verminderd ten opzichte van de vorige oplossing.

Maar tegelijkertijd is de functionaliteit van het verlichtingssysteem zelf beperkt.

Schakelingsontwerp voor één lichtgroep met enkelvoudige schakelaars: L, N, PE – klassieke stroomverdeling over drie lijnen; RK – aansluitdoos; L1 – lichtgroep; PV1, PV2 – enkele sleutelschakelaars (+)

Voor apparaten in woongebouwen kan deze optie echter het vaakst worden gebruikt.

Wat is er nodig voor een besturingssysteem op basis van enkelvoudige schakelaars?

Het antwoord ligt voor de hand:

• schakelaars met één sleutel (2 stuks);
• stopcontactdozen (2 st.);
• verdeeldoos (1 st.);
• elektrische kabel driekernig (meting volgens berekening).

De eisen aan het systeemontwerp zijn standaard. Voordat het werk begint, wordt een diagram opgesteld. De benodigde accessoires, materialen en bevestigingsmiddelen worden aangeschaft. Op aangewezen plaatsen stopcontactdozen plaatsen en verdeelkast.

Een voorbeeld van een bedradingsapparaat voor een woongebouw uit de categorie standaardprojecten. Er worden twee enkelvoudige schakelaars gebruikt. De oplossing is gemaakt rekening houdend met de bedrading van de kabel met de aardgeleider (PE). Deze optie komt overeen met het bovenstaande diagram

Vervolgens wordt de kabel gelegd en worden er verbindingen gemaakt tussen de doorvoerschakelaars vanaf twee plaatsen met de lichtbron via de aansluitdoos.

De fasegeleider is verbonden met de gemeenschappelijke klem PV2 en de gemeenschappelijke klem PV1 is verbonden met één contact van de lichtgroep. Het tweede contact van de lichtgroep wordt aangesloten op de nulbus en de wisselcontacten van beide schakelaars worden met elkaar geschakeld, waarbij een identieke nummering (1 van 1, 2 van 2) in acht wordt genomen.

Oplossing met drie controlepunten

De organisatie van doorgangsschakelsystemen wordt grotendeels bepaald door de oppervlakte van het pand (lengte) en het aantal doorgangen (deuren). Daarom is het gebruik van circuits met doorlaatschakelaars vanuit drie of meer stuurposities niet uitgesloten.

De constructie van dergelijke schema's wordt meestal uitgevoerd met deelname van de zogenaamde kruisschakelaar.

Dit is dezelfde schakelaar, maar qua circuitontwerp is hij gemaakt met vijf contactklemmen, waarvan er twee zijn kortgesloten met een jumper. De schakelgroep van zo'n schakelaar bevat vier contactvlakken.

Een veelgebruikt circuitontwerp voor woongebouwen: N, L – huishoudelijk netwerk; RK – verdeelkast; L1 – lichtgroep; PV1, PV2 – doorvoerschakelaars; PRK – kruiscommutator (+)

Het lijnkruisschakelaarapparaat is een extra element van het circuit, waarbij ook twee doorvoerschakelaars moeten worden geïnstalleerd.

Er wordt gebruik gemaakt van eenvoudige instrumenten met één toets.

Het werkingsprincipe van het driezitsschema is als volgt:

1. Op de “gemeenschappelijke” klem PV1 wordt een fase aangesloten.
2. Het 1e en 2e contact van de kruisschakelaar worden aangesloten vanaf de wisselcontactklemmen.
3. Vanaf de 3e en 4e klem van de scheidingsschakelaar, verbinding met de 1e en 2e klem van de PV2-wisselcontacten.
4. De gemeenschappelijke klem “common” PV2 wordt aangesloten op één klem van de lichtgroep.
5. De tweede aansluiting van de lichtgroep is verbonden met de elektrische nul.

Dergelijke oplossingen met eenvoudige apparaten met één sleutel worden aanbevolen voor gebruik in ruimtes waar het aantal in-/uitgangen gelijk is aan het aantal bedieningsplaatsen.

Implementatie van het circuitontwerp volgens figuur 6 in een "natuurlijke" vorm. Zo ziet een voltooide installatie er binnenshuis ongeveer uit, waarbij een besturingssysteem vanaf drie plaatsen nodig is

Het creëren van een soortgelijk circuit voor de omstandigheden bij het passeren van een lange gang, met 1 ingang en 1 uitgang, met schakeling in de centrale zone, is bijvoorbeeld duidelijk onpraktisch. Het heeft uiteraard geen zin om de lichten uit te doen als iemand pas de eerste helft van de gang is gepasseerd. Ondertussen kunt u soortgelijke aanbevelingen van “professionele” elektriciens op internet vinden.

Regelingen met controle vanaf meer dan drie plaatsen

Het aantal controleplaatsen is in principe onbeperkt. Een andere vraag is hoe complex dergelijke beslissingen zijn.Hoe meer apparaten er betrokken zijn bij de implementatie van het besturingssysteem, hoe complexer het constructieschema wordt.

Het aantal geschakelde lijnen en contactterminals neemt toe. Dienovereenkomstig stijgen de kosten voor componenten en installatie. Projecten met 4-5 controlepunten worden echter behoorlijk actief gebruikt. Dit project bijvoorbeeld:

Circuitontwerp voor projecten waarbij het aantal bedieningslocaties met meer dan drie moet worden uitgebreid. In dit geval is de optie voor vier controlepunten (+)

Het maakt gebruik van een paar eenvoudige doorvoerschakelaars met één toets en een paar schakelaars met een omkeerbare schakelfunctie. Het diagram toont slechts één lichtgroep. Ondertussen is het mogelijk om extra lichtgroepen aan te sluiten.

Extra lichtgroepen

Extra lichtbronnen (lichtgroepen) kunnen via vrije klemmen worden aangesloten en fungeren als lichtbron voor tussenliggende overgangszones. Dat wil zeggen dat het in dezelfde lange gangen mogelijk wordt om het circuit voor een groter aantal bedieningsposities te gebruiken.

Vijfpuntsstuurcircuit voor het lichtschakelsysteem: L1 – lichtgroep; N, L – netwerk; Aan 1, Aan 2 – doorvoerschakelaars; Aan 3, Aan 4, Aan 5 – omkeerschakelaars (+)

In dit geval moeten lichtgroepen worden verdeeld in actiezones: ingang, tussenliggende, uitgang. Met deze oplossing is het al mogelijk om halverwege een lange gang door te lopen, op de voltooide helft de lichten uit te doen en op de overige helft de lichten aan te doen.

Schema's met meerdere elementen hebben uiteraard weinig nut voor de particuliere woonsector, omdat dit soort projecten zelden lange gangen of grote kamers met meerdere deuren hebben.Maar voor de commerciële sfeer of productieomgeving is er vraag naar dit soort oplossingen.

Principes van het ontwerp van besturingssystemen

Over het algemeen zijn er geen installatiefuncties voor het installeren van doorvoerschakelaars. Alle installatiewerkzaamheden worden op een standaard manier uitgevoerd, in overeenstemming met de regels voor het installeren van conventionele schakelapparatuur.

Klassiek installatiedetail voor bedrading binnen muren. De stopcontactdoos is geïnstalleerd (strak ingemetseld). Er wordt een elektrische kabel door de contactdoos geleid. Er is een bedieningsapparaat aangesloten (twee sleutels)

Als het budget het toelaat, is het raadzaam om elk afzonderlijk apparaat uit te rusten met een verdeelkast. Dan moet u kleine dozen aanschaffen op basis van het aantal gemonteerde schakelaars. Maar ook de optie met één RC is niet uitgesloten.

De selectiefactoren houden hier rechtstreeks verband met specifieke installatieomstandigheden. Normaal gesproken worden schakelaars “verzonken” met het muuroppervlak geïnstalleerd - intern bedradingsschema.

Ondertussen omvat de implementatie van projecten voor particuliere (landelijke) eigendommen vaak de installatie van "bovengrondse" (bovengrondse) installatieschema's, ondanks het feit dat deze aanpak als achterhaald wordt beschouwd.

In het eerste geval zijn voor de installatie stopcontactdozen nodig. Voor de tweede - bovengrondse platen. Deze accessoires zijn nodig om schakelaars veilig in wandpaneelnissen of direct op muren te monteren.

De kabel is strikt aangesloten volgens het diagram op de achterkant van het apparaat. De circuitindeling van een schakelaar met één sleutel is eenvoudig. Een verkeerde combinatie van geleiders met onjuiste bedrading kan echter leiden tot uitval van het apparaat.

De elektrische geleider bestaat in de regel uit driekernige kabels, waarbij twee kernen nodig zijn om het systeem van stroom te voorzien, en de derde wordt gebruikt om een ​​beschermende aardlus te vormen.

Huishoudlampen kunnen zonder “aarde” worden gebruikt als de behuizing niet van metaal is. Industriële lampen moeten een aardingsbus hebben.

Ongeacht het doel ervan, huishoudelijk of industrieel, is het geïnstalleerde netwerk uiteraard altijd verbonden via extra bescherming - zekering. Dit apparaat moet worden berekend op basis van vermogen en uitschakelstroom in relatie tot het ingebouwde lichtregelsysteem.

Kenmerken van het aansluiten van een doorgeefschakelaar met twee sleutels worden beschreven in Dit artikel.

Conclusies en nuttige video over het onderwerp

Uit de gepresenteerde video's kunt u op verschillende plaatsen in de praktijk leren hoe u circuits kunt gebruiken voor het aansluiten van doorvoerschakelaars.

De volgorde van het aansluiten van de kernen in de verdeelkast:

Instructies voor verbinding vanaf 2 plaatsen:

Analyse van mogelijke fouten:

Het uiterlijk en de implementatie van dit soort apparaten in elektrische netwerken is misschien niet zo belangrijk, maar het heeft nog steeds invloed op het gebruiksgemak. Bovendien leiden oplossingen op basis van pass-through-schakelaars daadwerkelijk tot energiebesparing.

Ondertussen stopt de verbetering van apparaten niet. Regelmatig verschijnen er nieuwe ontwikkelingen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld aanraakschakelaars.

Heeft u iets toe te voegen of heeft u vragen over het aansluiten van de doorvoerschakelaar? U kunt reacties achterlaten op de publicatie, deelnemen aan discussies en uw eigen ervaringen delen met het aanleggen van een elektrisch netwerk. Het contactformulier bevindt zich in het onderste blok.